Verzorging van pasgeboren puppy's

Uw hond is drachtig of net bevallen, er gaat een zeer kwetsbare fase volgen in het leven van de pups. De eerste paar weken zijn de pups compleet afhankelijk van hun moeder en van u. U moet de pups goed in de gaten houden om eventuele problemen zo snel mogelijk te onderscheppen.

Groei

Pups moeten direct na de geboorte in gewicht toe gaan nemen. U moet dan ook een goede weegschaal in huis hebben om nauwkeurig de gewichten op te nemen en deze gewichten moeten ook genoteerd worden. Gelijk blijven of zelfs gewichtsverlies betekent dat de pups onvoldoende melk opnemen en dit kan al binnen korte tijd dodelijk zijn. Ook al heeft de teef voldoende melk, dan is dat nog geen garantie dat de pups ook voldoende binnen krijgen. Daarom moeten de pups dagelijks gewogen worden de eerste week. Als pups het minder goed doen of als er een kans is dat de moeder te weinig melk produceert, dan moeten de pups zelfs 2 maal daags gewogen worden.
Pups van kleinere rassen moeten minimaal 10-20 gram per dag groeien, pups van grotere rassen 30-60 gram per dag. Bij minder dan 10-20 gram groei per dag, geen groei of zelfs afvallen moet u contact opnemen met ons.

Lichaamstemperatuur

Pups kunnen de eerste weken hun eigen lichaamstemperatuur nog niet regelen. Ze zijn hiervoor afhankelijk van de temperatuur in de omgeving. De lichaamstemperatuur van een pup moet op dag 1 ongeveer 35 graden zijn, stijgend naar 36 graden op dag 7. Bij een te lage temperatuur zullen de pups onrustig worden en op zoek gaan naar een warmer plekje. Na een tijdje zullen ze slomer worden en overlijden door een te lage lichaamstemperatuur. U moet dus voor een goede omgevingstemperatuur in de werpkist zorgen, dit kunt u doen door middel van dekens, kruiken of warmte lampen. Het is ook verstandig een thermometer in de werpkist te hangen, voor nog betere regulering van de omgevingstemperatuur. Het mag ook niet te heet worden! Zorg in de eerste week na de bevalling voor een omgevingstemperatuur van 30-32 graden en houdt de pups goed in de gaten. Ondertemperatuur is de meest voorkomende doodsoorzaak bij pasgeboren pups.

Voeding

De eerste weken van hun leven drinken pups uitsluitend moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. De melk bevat meer energie, eiwitten, vet en calcium dan koemelk of geitenmelk. In deze moedermelk zitten ook beschermende stoffen (antilichamen), die de pups tegen infecties helpt beschermen.


Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de pups bijgevoerd worden met puppyvoer, liefst met blikvoeding. Dit is zacht en daarom gemakkelijk te eten. Pups moeten 5 tot 6 keer per dag gevoerd worden. Op een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de meeste pups aan het vaste voer gewend. Hierna hoeven ze niet meer bij de moeder te drinken, dit wordt spenen genoemd.
Na het spenen is een uitgebalanceerde voeding van groot belang voor het gezond opgroeien van de pup. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven. Speciale puppyvoeding is noodzakelijk, deze is voor elk type pup beschikbaar. In puppyvoeding zit een goede verhouding aan energie, eiwitten, vitaminen en mineralen. Hierdoor zal er goede spierontwikkeling zijn, terwijl de pup een goed skelet en gebit kan opbouwen. Extra vitaminen en mineralen zijn niet nodig en kunnen schadelijk zijn.
Het is afhankelijk hoe groot de hond gaat worden als volwassen hond welke puppyvoeding u moet geven. Houdt u hierbij zoveel mogelijk aan de hoeveelheid voer die aangegeven is op de verpakking. Heeft u vragen over de voeding of wilt u weten of de voeding die u heeft goed is, dan kunt u altijd bij ons langskomen voor een analyse van het voer.

Ontwikkeling en socialisatie

In de eerste weken zal de pup niet veel meer doen dan drinken en slapen. De moeder helpt de pup met poepen en plassen door de anus te likken, hierbij wordt een reflex tot poepen en plassen opgeroepen. Vervolgens eet de moeder deze ontlasting op! De ontlasting behoort redelijk vast van consistentie te zijn, in ieder geval niet waterdun. Bij dunne ontlasting moet u het gewicht van de pup goed in de gaten houden. Is er sprake van geen toename in gewicht of zelfs afname dan moet u contact met ons opnemen.
Reuk en smaak zijn wel vanaf de geboorte aanwezig, echter gehoor en zicht niet. Rond dag 10-14 zullen de ogen en oren open gaan. De pups zullen steeds beweeglijker gaan worden en gaan rondlopen. Rond 4 weken zullen de pups ook meer op avontuur gaan in de nabije omgeving.

De pup wordt langzamerhand steeds bewuster van zijn omgeving en moet gaan leren wat normaal en veilig is en wat niet. Dit wordt de socialisatiefase genoemd, deze begint op ongeveer 5 weken leeftijd tot ongeveer 16 weken leeftijd.
Socialisatie is te omschrijven als het proces waarbij de pup het juiste sociale gedrag ten opzichte van soortgenoten, de mens en de omgeving leert ontwikkelen (als het ware een blauwdruk voor de rest van zijn leven). Hoewel uw hond in principe zijn gehele leven in staat is leerervaringen op te doen, is de socialisatiefase de meest invloedrijke.
In het leven van uw hond zijn de eerste weken essentieel voor de verdere ontwikkeling. In deze periode leert de pup niet alleen ‘wie en wat’ hij is, maar ook hoe de wereld eruit ziet en hoe hij zich hoort te gedragen in deze wereld. Van belang daarbij is dat de pup in die socialisatiefase leert wie soortgenoten zijn (andere honden, ook andere rassen) en wie maatjes zijn (mensen, kinderen en eventueel dierensoorten).
Dat betekent dat alles wat hij in deze periode als positief of negatief ervaart een onuitwisbare indruk achterlaat. Krijgt een pup in deze periode de verkeerde indrukken of ontbreken belangrijke elementen, dan kan hij niet-gewenst gedrag ontwikkelen. Dit kan zich bij een hond vooral uiten in angstgedrag. Een pup moet dus verschillende soorten andere honden tegen komen (klein, groot, wit, zwart) en daar een goede ervaring mee hebben. Laat hem dus niet spelen met een chagrijnige hond die hem wellicht gaat bijten. Deze negatieve ervaring zal uw pup dan namelijk altijd onthouden. Ook moet uw pup verschillende mensen tegen komen, en daarmee bedoelen we kinderen, oudere mensen, drukke, rustige mensen etc. Zo leert hij om geen angst te hoeven hebben voor verschillende typen mensen. Neem de pup in de socialisatie fase ook mee in de auto en naast de fiets, en maak het een leuke ervaring. Zo leert de pup dat dit geen enge situaties zijn. U moet de pup ook meenemen naar de dierenarts voor de entingen, zo leert hij ook dat dit niet eng hoeft te zijn.
Voldoende langdurig contact met de moederhond is van groot belang, omdat de moederhond de pups, die haar tijdens het spel te hard bijten, corrigeert. Hierdoor leert de pup zijn bijtgedrag intomen. Het is dan ook niet verstandig om de pup voor 6 weken leeftijd bij de moeder weg te halen.
Als de socialisatiefase verloopt zonder dat zich de noodzakelijke leerprocessen hebben afgespeeld, kunnen de gevolgen dus groot, negatief, langdurig en niet of slechts zeer moeizaam te herstellen zijn. Er ligt dan ook een belangrijke taak bij u om er voor te zorgen dat uw pup in de juiste omgeving met voldoende ervaringen opgroeit.

Een moeilijk probleem is dat we graag willen dat de pup op 8 weken leeftijd andere honden tegen gaat komen om daarmee om te leren gaan, maar dat hij niet beschermd is tegen besmettelijke ziektes. Pas op 13 weken is de pup volledig beschermd na alle entingen, maar dan is de socialisatiefase al bijna ten einde. In de tussenliggende periode is het dan ook verstandig de pup in contact te laten komen met andere honden die gezond zijn. Nodig dus vrienden met honden uit bij u thuis om de pup er mee in contact te laten komen. Het park is absoluut verboden totdat de pup goed is ingeënt, hij kan namelijk ook besmettelijke ziektes oplopen via ontlasting.

De socialisatie is een zeer belangrijke fase, en bovenstaand verhaal is nog maar een tipje van de sluier. We adviseren dan ook om verdere literatuur hierover op te zoeken, om daarmee zorg te dragen dat de socialisatie zo goed mogelijk verloopt.

Entingen

Pups moeten beschermd worden tegen besmettelijke ziektes. Dit gebeurt van 0 tot 6 weken leeftijd door het drinken van moedermelk (colostrum), hierbij krijgen ze antilichamen van de moeder binnen. Op latere leeftijd moet dit met entingen gebeuren. De eerste inenting moet op 6 weken gegeven worden, vervolgens op 9 en 12 weken leeftijd. Tijdens de entingen zullen we uw pup helemaal controleren of hij gezond is en of er sprake is van aangeboren afwijkingen.

Ontworming

Door de dracht zijn spoelwormlarven in de teef geactiveerd. We kunnen er dan ook vanuit gaan dat de pup besmet is met spoelwormen zodra hij geboren wordt. Hier kunt u niet veel aan doen. Het is dan wel van belang de pup goed te ontwormen, dit moet op 2, 4, 6, 8 weken en vervolgens iedere maand tot de pup 6 oud is. Daarna adviseren we om uw hond 4 keer per jaar te ontwormen.

Wandelingen

Wanneer u gaat wandelen met de pup, houdt dan het volgende schema in gedachten: gemiddeld 1 minuut wandelen per uitlaatbeurt voor iedere week dat uw pup oud is. Dat betekent dat u met uw pup van 8 weken per wandeling niet langer dan 8 minuten onderweg mag zijn. Of u 4 of 6 keer per dag wandelt, per wandeling blijft dit schema hetzelfde. Trappenlopen, in en uit de auto springen, op en van de bank springen, eindeloos achter een balletje aanrennen, spelen in zwaar zand en op ongelijke grond zijn sterk af te raden. Wanneer u een gladde vloer heeft in huis is het verstandig om daar gedurende het eerste levensjaar van uw hond vloerbedekking op te leggen (zonder “doorglij-plekjes” open te laten). Opgroeien op een gladde vloer kan namelijk onherstelbare schade veroorzaken!

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.