Omgaan met bezitsagressie

Het is best te begrijpen dat een hond zijn speeltjes, kluif of voerbak verdedigt als er concurrentie lijkt te zijn, maar ongevaarlijk is het niet. Daarom is het belangrijk bezitsagressie op te lossen of, beter nog, te voorkomen. Dwingen om iets af te geven is zeker niet de manier!

Bezitsagressie

We spreken over bezitsagressie als een hond iets wat hij belangrijk vindt verdedigt tegen mensen of andere dieren die hem op dat moment benaderen. Dat gedrag kan een uiting van dominante agressie zijn, maar vaak zien we het gedrag ook bij onderdanige honden. In zo’n geval heeft de hond het voorwerp in zijn bezit en verdedigt het omdat hij bang is dat het hem zal worden afgenomen. De hond blaft, gromt en kan zelfs bijten als iemand te dicht in zijn buurt komt. Het gedrag wordt ook wel bij pups gezien, maar meestal is de hond al volwassen. Het maakt niet uit of het een reu of teef is, procentueel dragen beide seksen evenveel bij aan dit probleemgedrag.

Problemen vermijden

Het eerste wat u moet doen, is de situaties die de agressie uitlokken duidelijk in kaart brengen en die situaties vervolgens voorkomen. Pas als u meer grip op de hond heeft, kunt u het gedrag zelf aanpakken. Soms zal geadviseerd worden het gedrag gewoon blijvend te voorkomen, vooral als de situaties waarin het zich voordoet vrij simpel zijn te vermijden. Een hond die altijd zijn voederbak verdedigt, kunt u bijvoorbeeld op een andere plek zijn maaltijd geven waar hij ongestoord kan eten. U haalt de lege bak pas weg als de hond er geen enkele belangstelling meer voor heeft, soms zal dat pas zijn als de hond wordt uitgelaten. Tot die tijd keurt u de etensbak geen blik waardig.

Baknijd voorkomen

Het is natuurlijk het mooiste om te voorkomen dat het probleem ontstaat. Dat kan het beste als de hond nog een puppy is. Door de pup te laten merken dat mensen rond zijn voederbak geen gevaar vormen maar juist een welkome aanvulling op zijn maaltje komen brengen, wordt iedere vorm van prooinijd bij de wortel aangepakt en ingedamd. U kunt dat doen door iets extra lekkers in de voerbak er bij te gooien. Ook andere mensen kunnen dat doen, de pup moet iedereen rond zijn bak echt super gaan vinden. Ook hem aaien terwijl hij eet en tegelijk extra lekkers erbij geven is een goede manier om de pup eraan te wennen dat in de toekomst iemand hem kan aanraken terwijl hij aan het eten is, zonder dat die aanraking gevaar betekent.

De moeilijkheidsgraad kunt u langzaam opvoeren, zodat de tolerantie van de pup steeds groter wordt. Laat vooral ook kinderen op deze manier met de etende pup omgaan, maar wel altijd onder begeleiding!

Baknijd oplossen

Omdat het soms noodzakelijk is dat een hond iets loslaat wat hij in zijn mond heeft, omdat dat gevaarlijk of niet geschikt is, is het handig om een hond het commando ‘los’ te leren. Houd daarbij in de gaten dat er geen sprake moet zijn van dreiging. U moet dus geen dreiging in uw stem leggen of een dreigende, boze mimiek laten zien. De hond moet op een prettige manier leren dat baknijd niet nodig is, omdat loslaten hem iets extra’s opbrengt.

Dat gaat als volgt. Houd de lege voerbak in uw ene hand en gooi er met de andere hand wat lekkers in. Vertrouwt u de hond niet, zet de lege bak dan op de grond en gooi er met een pollepel wat lekkers in. Herhaal dat ettelijke keren. Als dat zonder spanning bij de hond gaat, schakelt u over op twee bakken: een met daarin een stuk of twee voertjes en eentje met daarin iets heerlijks. Houd beide bakken in uw hand, geef eerst de bak met twee gewone voertjes. Op het moment dat de hond zijn snuit uit de bak haalt, zegt u gauw ‘los’ en houdt u de andere bak met het extra lekkers voor. Ook dit herhaalt u ettelijke keren. Als dat zonder spanning gaat, geeft u ietsje meer gewoon voer. Dat geeft u weer als eerste aan de hond. U zegt nu ‘los’ voordat alle voertjes zijn opgegeten. Als het goed gaat reageert de hond daar nu meteen op, hij weet immers dat hij in die andere bak iets extra lekkers zal vinden. Ook dit wordt ettelijke keren herhaald.

De volgende stap

Dan is het tijd om de bak op de grond neer te zetten. Houd in de gaten dat dit de situatie is waarin de hond altijd baknijd vertoonde. Dus maak het eerst weer simpel: begin weer met twee voertjes in de ene bak en geef na ‘los’ de andere bak met de hand en blijf die vasthouden. Niet neerzetten nog. Vul de tweede bak die u dus in uw hand heeft met twee normale voertjes, houd extra lekkers in uw andere hand, geef de bak met twee normale voertjes door hem op de grond te zetten, en gooi het extra lekkers na het ‘los’ in de andere bak die nog op de grond staat. Herhaal deze oefening ettelijke keren. Het doel van de training is uiteindelijk een situatie te krijgen waarbij uw hond op uw ‘los’ meteen zijn snuit uit de voerbak haalt en iets lekkers bij u komt halen. Tegen die tijd gebruikt u dus geen tweede voerbak meer.

Geef de hond buiten de training om zijn normale porties voer op een rustige plek en bemoei u er niet mee. Is uw hond erg gespitst op eten, oefen dan meteen na zijn maaltijd, op een andere plek. Omdat hij net gegeten heeft, is hij wellicht wat minder hebberig en fel. Houd altijd de veiligheid in de gaten. Is uw hond te fel en te opgewonden door uw aanwezigheid, oefen dan niet zelf, maar laat dat over aan een professionele hondentrainer. Buiten deze trainingssessies leert u de hond om eerst te gaan zitten alvorens hij zijn normale eten krijgt. Ook gehoorzaamheidstraining helpt de eigenaar meer aanzien te geven, vooropgesteld dat er getraind wordt zonder correcties. Pijn is een slechte leermeester. Het zet de relatie onder druk, het kweekt weerstand tegen de oefeningen en verzet tegen de druk die op de hond wordt gelegd. Trainingen met beloningen voor goed gedrag geven juist medewerking en motivatie om het goed te doen.

Speeltje ruilen

Sommige honden zijn bijzonder alert als hun speeltje in het geding is. Ook dan kan training helpen. Men kan de hond ‘los’ leren door met een speeltje te starten dat de hond niet echt spannend vindt. Men ruilt dat speeltje dan steeds voor iets heerlijks. Pas als de hond het commando ‘los’ goed begrijpt en er met verschillende speeltjes is geoefend, komt het omstreden speeltje aan de beurt. Dat men dan met iets werkelijk goeds moet komen om de ruil de moeite waard te maken, laat zich begrijpen. Let op: als een hond weigert iets los te laten, moet u niet een reeds aangeboden voertje vervangen door een nog lekkerder hapje. De hond leert dan namelijk dat weigering hem extra goeds oplevert, en dat is iets wat nou net niet de bedoeling is.

Een andere manier die goed kan werken als de hond een bepaald voorwerp niet wil afgeven, is de hond te leren apporteren. Eerst oefent men met allerlei voorwerpen. Pas als dat echt goed gaat, introduceert u het omstreden speeltje. Of een bot, als de hond daar altijd moeite mee heeft. Omdat het gedrag van terugbrengen en afgeven al zo goed getraind is, gaat het meestal ook goed als het favoriete voorwerp in het apporteerspel wordt ingevoerd. Wel belonen met iets heerlijks! Het omstreden voorwerp moet, naarmate de training vordert, steeds wat vaker worden gebruikt. Net zo lang totdat het geen enkel probleem meer oplevert.

Marie Louise van Gastel, hondengedragsdeskundige

voerbakagressie

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.