Maligne lymfoom of lymfosarcoom
Maligne lymfoom of lymfosarcoom is een tumor die ontstaat uit lymfocyten (een type witte bloedcel). Het is een van de meest voorkomende tumoren bij de hond. Deze kwaadaardig geworden lymfocyten gaan vermenigvuldigen en verspreiden zich, waarna ze vooral de lymfeklieren en organen zoals lever en milt aantasten. Maligne lymfoom wordt ook wel lymfeklierkanker genoemd. De levensverwachting van maligne lymfoom na behandeling met chemotherapie is tamelijk gunstig, aangezien ongeveer 90% van de honden hier goed op reageert. Over het algemeen vinden eigenaren de behandeling bijdragen aan het welzijn van hun huisdier, en werden er weinig bijwerkingen ervaren. Helaas krijgen veel dieren toch een terugval na de chemotherapie, meestal omdat het maligne lymfoom is uitgezaaid.
Voorkomen en symptomen
Er bestaan meerdere vormen van maligne lymfoom: multicentrisch, alimentair, cutaan, mediastinaal en gemengd.
Maligne lymfoom komt voor bij honden van middelbare tot oudere leeftijd, en is niet afhankelijk van ras of geslacht. Slechts 10 tot 20% is al ziek op het moment dat de diagnose wordt gesteld. Meestal zijn de honden niet ziek en vallen vooral vergrote lymfeklieren op. Dit is de meest voorkomende variant (>80%), de multicentrische vorm. Als ze ziek worden vertonen de honden tekenen van verminderde eetlust, gewichtsverlies en lusteloosheid. In een later stadium kan veel drinken en plassen optreden, en zelfs bloedarmoede, verhoogde bloedingsneiging en sepsis (bloedvergiftiging). De symptomen hangen ook af van de specifieke vorm van maligne lymfoom. Bij de alimentaire vorm (maligne lymfoom van maag en darmen) zien we vaak braken, diarree, gewichtsverlies en verminderde eetlust. Bij de mediastinale vorm zien we ademhalingsklachten, benauwdheid, en afwijkende hartgeluiden. Het mediastinum is de ruimte in de borstkas tussen de beide longen. Hierbij zien we ook vaak oedeem (vochtopstapelingen) op de kop, nek en voorpoten doordat het vocht slecht afgevoerd wordt. Door processen die gepaard gaan met de tumor komt er een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed, waardoor de hond meer kan gaan drinken en plassen. De cutane vorm (huidvorm) is soms moeilijk te diagnosticeren, omdat deze vorm van maligne lymfoom zich voordoet als veel andere letsels. De letsels kunnen op alle plaatsen voorkomen en zich op veel verschillende manieren gedragen.
Diagnose van Maligne Lymfoom
Tijdens het lichamelijk onderzoek moeten alle lymfeklieren goed nagevoeld worden. Slijmvliezen worden bekeken op zoek naar bleekheid en bloedingen. Ook orgaanfalen kan daar zichtbaar zijn, bijvoorbeeld icterus (geelheid) of ulceraties (zweren) in de bek door uremie (opstapeling van afvalstoffen).
De buik wordt goed door gevoeld om te voelen of organen vergroot zijn, darmwanden verdikt zijn of lymfeklieren vergroot zijn. Er moet goed naar het hart en de longen geluisterd worden. Vaak horen we abnormaliteiten in geval van mediastinaal maligne lymfoom. Ook vertoont 30 tot 50% afwijkingen in het oog bij ophthalmologisch onderzoek (onderzoek van het oog). Bij afwijkingen aan het oog moet dus ook aan maligne lymfoom gedacht worden.
Wanneer in de richting van maligne lymfoom wordt gedacht raden we een bloedonderzoek aan. We kijken onder andere naar het bloedbeeld (rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes). Zo kunnen we onder andere bloedarmoede, een tekort aan bloedplaatjes en afwijkende witte bloedcellen aantonen. Ook wordt in het bloed gekeken naar onder andere lever- en nierwaardes. Stijgingen hiervan zijn erg afhankelijk van de vorm van maligne lymfoom. Bij maligne lymfoom zien we geen tumorcellen in het bloed.
Als bij maligne lymfoom ook beenmerg betrokken is, dan is een beenmergbiopt mogelijk, vooral om een betere prognose (voorspelling omtrent het verdere verloop van een ziekte) te kunnen geven.
Röntgen en echo van borst- en buikholte
Ook beeldvorming (röntgen of echo) kan nuttige informatie geven. Zo zien we in 66 tot 75% van de honden met maligne lymfoom abnormaliteiten op röntgenfoto's van de borstholte (vergrote lymfeklieren en infiltraat in de longen). Op röntgenfoto's of echografie van de buikholte kunnen vergrote lymfeklieren of vergroting van lever en/of milt gezien worden. Echografie is vooral belangrijk bij vermoeden van de alimentaire vorm (maligne lymfoom van maag en darmen).
Microscopisch onderzoek
De definitieve diagnose wordt gesteld door middel van microscopisch onderzoek van cellen. Door middel van een DNAB (dunne naald aspiratie biopt) worden cellen opgezogen uit weefsel en na kleuring bekeken onder de microscoop. Indien de tumor door middel van chirurgie wordt weggenomen, kan ook het volledige weefsel nog onderzocht worden (histologisch onderzoek). In het weefsel zien we vooral jonge lymfocyten.
Weefsel en cellen kunnen eventueel verder onderzocht worden (immunologisch onderzoek) op het soort maligne lymfoom (T-cel of B-cel lymfoom). Dit geeft enkel informatie over het al dan niet goed aanslaan van de chemotherapie, en wordt dan ook niet regelmatig uitgevoerd.
Behandeling
De behandeling van maligne lymfoom bestaat uit chemotherapie. Bij ons op de praktijk is dit niet mogelijk, vandaar dat we vaak doorverwijzen naar een specialistenpraktijk in Amsterdam, het Medisch Centrum voor Dieren.
Chemotherapie is de meest effectieve behandeling van maligne lymfoom. Ondanks dat dieren chemotherapie ondergaan, moeten ze een normaal leven kunnen leiden. Bij 95% van de dieren met maligne lymfoom is de tumor kort na het starten van de behandeling niet meer aan te tonen. Meer dan 95% van de honden heeft geen of slechts geringe bijwerkingen van de chemotherapie. Wel kunnen er nadelen aan de chemotherapie zitten. Een klein deel (< 5%) van de honden heeft noemenswaardige bijwerkingen van de chemotherapie (bijvoorbeeld misselijkheid, diarree, blaasontsteking, slechte vacht of kaalheid, aantasting van het beenmerg). Een deel van de gebruikte middelen bij chemotherapie kan het DNA beschadigen en zo kanker veroorzaken (de kans hierop is < 0,1%). Een hond die behandeld wordt met chemotherapie zal deze middelen uitscheiden via speeksel, ontlasting en urine. Chemotherapie kan dus niet gegeven worden aan honden die in huis wonen bij zwangere vrouwen en kleine kinderen. Als uw hond u likt, of als u hem aait, komt u in aanraking met deze medicijnen. Behandeling met chemotherapie kost tijd en geld. Na verloop van tijd komt de tumor terug, vaak doordat de tumor is uitgezaaid.
Het succes van de behandeling verschilt van dier tot dier. Sommige honden leven 1 tot 2 jaar langer, bij andere honden slaat de behandeling niet aan. Ook het type lymfoom (B-cel of T-cel lymfoom) heeft invloed op de kans van slagen van chemotherapie.
Wanneer niet gekozen wordt voor chemotherapie zijn nog andere behandelingen mogelijk. Ook deze behandelingen zullen niet voor volledige genezing zorgen.
- Prednison is een middel dat goedkoper en ongevaarlijk voor omstanders is. Het werkt veel korter dan chemotherapie (slechts weken) en heeft meer bijwerkingen.
- Bestraling is mogelijk bij bepaalde gelokaliseerde vormen van lymfoom. Het is ongevaarlijk voor omstanders. Het grootste nadeel van een bestraling zijn de relatief hoge kosten en het hoge aantal behandelingen, waardoor we dit niet aanraden.
- Chirurgie geeft vrijwel nooit volledige genezing, ook omdat de tumor vaak op een andere plek terugkomt. Indien nodig wordt soms gekozen voor een combinatie van chirurgie met chemotherapie.