Vaccinatie van de hond

Infectieziekten en vaccinatie bij uw hond

Infectieziekten kunnen uw hond ernstig ziek maken, ze kunnen zelfs levensbedreigend zijn. Tegen een aantal infectieziekten kunnen we uw hond beschermen door middel van een vaccinatie, ook wel bekend als de enting. Een vaccin stimuleert de natuurlijke afweer, zo kan uw hond een natuurlijke immuniteit (bescherming) opbouwen tegen bepaalde ziektes. Hierdoor wordt de kans dat uw hond ziek wordt door deze infecties beperkt, het geeft nooit 100% bescherming. Mocht uw hond wel besmet raken met een infectieziekte waartegen hij gevaccineerd is, dan zal over het algemeen de ziekte minder ernstig verlopen.

Bij jonge honden is het nodig de vaccinatie te herhalen na 3 weken om een basisbescherming op te bouwen. Bij jonge dieren is het immuunsysteem namelijk nog niet goed ontwikkeld en zal meer stimulatie nodig zijn om een goede afweer op te bouwen. Deze herhalingsentingen worden de boosters genoemd. Er ontstaat pas een goede bescherming na het correct geven van alle boosters voor de basisbescherming (zie hieronder).
Vaccins zijn bepaalde tijd werkzaam, daarna verliezen ze hun werkzaamheid. Uw hond wordt dan weer gevoelig voor de infectieziektes. We adviseren dan ook de enting te herhalen zodra de werkzaamheid daarvan voorbij is, voor sommige vaccins is dat jaarlijks, voor andere 1 keer per 3 jaar. Bij een goede basisbescherming is onderhoud van de vaccins voldoende voor een goede opbouw van immuniteit.

Tegen welke infectieziekten kunnen we uw hond vaccineren?

1. Parvo

Het meest voorkomende symptoom is een zeer acute en heftige, vaak bloederige diarree. We zien ook vaak braken en koorts. Tevens kan de hartspier aangetast worden. Bij pups is een infectie met parvo vaak fataal. Het virus verspreidt zich via de ontlasting. Het is een zeer resistent virus, dat houdt in dat gewone ontsmettingsmiddelen het virus niet dood maken.

2. Leptospirose, ook bekend als Ziekte van Weil

De symptomen uiten zich in: algeheel ziek zijn, koorts, gele slijmvliezen, koffiekleurige urine en maag-darmproblemen. De symptomen kunnen acuut ontstaan, maar ook geleidelijk. Geïnfecteerde dieren scheiden de veroorzakers (de leptospiren) vooral uit via de urine. Ook bruine ratten kunnen de leptospiren verspreiden en zo kan een sloot al een infectiebron zijn. Deze ziekte is ook gevaarlijk voor mensen, des te meer reden om ervoor te zorgen dat uw hond zo goed mogelijk beschermd is tegen de leptospiren.

3. Hondenziekte, ook bekend als Ziekte van Carré of Canine Distemper

Het virus veroorzaakt oog- en neusuitvloeiing, vaak gecombineerd met koorts. Ook de longen en het zenuwstelsel kunnen worden aangetast. Vooral jonge honden zijn gevoelig voor dit virus. In Nederland komt ziekte van Carré door het vaccineren bijna niet meer voor, in het buitenland zeker nog wel. Er bestaat geen behandeling voor dit virus, de ziekte verloopt dan ook vaak fataal.

4. Infectieuze leverziekte, ook bekend als Hepatitis Contagiosa Canis

Meest voorkomende symptomen zijn ooguitvloeiing, koorts, vocht in de buik, vocht in de longen waardoor benauwdheid en leverproblemen. Wederom zijn vooral jonge honden gevoelig. Dit virus is overdraagbaar via de lucht en via contact, het kan na besmetting nog maanden uitgescheiden worden.

5. Kennelhoest

Het meest voorkomende symptoom van de kennelhoest is een droge harde hoest, die met name optreedt bij opwinding en trekken aan de riem. Het is een ontsteking van de luchtpijp en keel. Verschillende virussen en ook een aantal bacteriën kunnen het beeld kennelhoest veroorzaken, voorbeelden zijn het virus Para-influenza en de bacterie Bordetella Bronchiseptica.
De veroorzakers verspreiden zich via de lucht door het hoesten. Het is dan ook uiterst besmettelijk. Vandaar ook de naam kennelhoest, de ontsteking verspreidt zich snel als er veel honden bij elkaar zijn. Dit is in kennels, maar ook in pensions, bij de hondenuitlaatservice, cursus etc. Naast de kennelhoest kan er nog een 2e infectie bijkomen, dit is dan een secundaire ontsteking en kan door zeer veel bacteriën veroorzaakt worden. Dit kan een longontsteking veroorzaken, waar uw hond erg ziek van kan worden.
Het vaccin tegen kennelhoest is een neusdruppel.
Loopt uw hond extra risico op het ontwikkelen van kennelhoest (zoals het bezoeken van een pension, meegaan met hondenuitlaatservice, hart- en longproblemen), dan zullen we de neusdruppel adviseren. Dit geeft goede bescherming precies op de plek waar de veroorzaker aankomt, namelijk in de neus. Het vaccin is 1 jaar werkzaam. Om de werkzaamheid te onderhouden, moet dit vaccin 1 keer per jaar gegeven worden.

 

De vaccinaties voor uw hond

Basisentingen voor de puppy
1e enting: op 6 weken leeftijd tegen Parvo en Hondenziekte,
2e enting: op 9 weken leeftijd tegen Parvo, ziekte van Weil en tegen kennelhoest,
3e enting: op 12 weken leeftijd tegen Parvo, ziekte van Weil, hondenziekte en de leverziekte.
Op deze leeftijd kan ook de rabiës gegeven worden (zie hieronder).
Voor een pup is dit de beste manier om een basisbescherming te krijgen, hierna zijn de onderhoudsentingen van belang.

Omdat sommige vaccins 1 jaar en andere 3 jaar werkzaam zijn. Zullen we jaarlijks bekijken tegen welke ziekte het nodig is te vaccineren om een goede werkzaamheid te onderhouden. Zo enten we niet teveel en niet te weinig. Het blijft noodzakelijk om ieder jaar een vaccin te geven, hiervoor sturen we een oproep. Tijdens de entingen zullen we ook altijd een gezondheidscontrole uitvoeren.

Optionele enting: Rabiës (hondsdolheid)

Dit virus is besmettelijk voor alle warmbloedige dieren, dus ook voor mensen. Het speeksel van het besmette dier bevat de virusdeeltjes. Een beet kan dus tot infectie leiden. Vooral vossen staan bekend voor het drager zijn van dit virus. Symptomen zijn gedragsveranderingen, vooral agressiviteit en veel kwijlen. De ziekte verloopt fataal en er is geen therapie mogelijk.
Deze enting is verplicht als u naar het buitenland gaat. Voor reizen binnen Nederland is deze enting niet verplicht. De basisbescherming wordt opgebouwd door het vaccin 1 keer te geven, het hoeft niet geboosterd te worden.
Het vaccin is 3 jaar werkzaam. Om de werkzaamheid te onderhouden, moet dit vaccin 1 keer in de 3 jaar gegeven worden. Houd er wel rekening mee dat niet alle landen de werkzaamheid van 3 jaar accepteren, voor sommige landen is dan ook een jaarlijkse vaccinatie noodzakelijk. Binnen de EU wordt de 3 jaar werkzaamheid aangehouden.

Voor meer informatie over vaccinaties of de verplichtingen van de verschillende landen kunt u altijd contact met ons opnemen.

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.