Maligne histiocytose

Maligne histiocytose (ook wel histiocytair sarcoom genoemd) is een kwaadaardige tumorale aandoening die voorkomt bij honden.

Wat is het?

Histiocyten zijn bloedcellen die in het beenmerg aangemaakt worden. Normaal gesproken vervullen ze een belangrijke functie in het afweermechanisme van de hond. Ze kunnen bijvoorbeeld bacteriën onschadelijk maken door ze als het ware “op te eten”.
In het geval van maligne histiocytose zijn er veel te veel van deze histiocyten in het lichaam aanwezig die in verschillende organen tumoraal worden en een hele reeks lichamelijke klachten kunnen veroorzaken. Bij de meeste hondenrassen is maligne histiocytose een zeer zeldzame ziekte. Helaas zijn er twee hondenrassen waarbij de aandoening duidelijk vaker wordt gezien, dit zijn de Berner Sennenhond en de Flatcoated Retriever. Bij deze honden lijkt het optreden van de ziekte dus een erfelijke achtergrond te hebben.

Symptomen van Maligne histiocytose

Maligne histiocytose komt het vaakst voor bij honden van middelbare leeftijd, hieronder verstaan we dieren van 7 jaar en ouder. De ziekte kenmerkt zich door een snelle verergering en uitbreiding van de klachten. Symptomen die vaak worden gezien zijn slechte eetlust, gewichtsverlies, sloomheid, bloedarmoede, blijvende/toenemende kreupelheid, hoesten en benauwdheid.

Diagnose

Aan de hand van de klachten waarmee de hond gebracht wordt, kan de dierenarts besluiten tot het doen van verschillende aanvullende onderzoeken. Omdat de histiocyten zich door het gehele lichaam bevinden, kunnen gezwellen op vele plekken gevonden worden. Het vaakst zien we vorming van tumoren in de longen, die je met een röntgenfoto zichtbaar kunt maken. Daarnaast worden er ook regelmatig tumoren in de inwendige organen gevonden zoals in de lever of de milt. Om dit te kunnen diagnosticeren kan de dierenarts besluiten een röntgenfoto of echo te maken. Ook is het beenmerg vaak betrokken bij de aandoening. Soms merkt de eigenaar al op dat de hond plotseling een verdikking onder de huid krijgt, of dat hij plots kreupel gaat lopen. In zo'n geval kan een gezwel onder de huid of in een gewricht groeien.

Aan de hand van echografie en röntgenfoto's, in combinatie met de klachten die de hond vertoont, kan de dierenarts slechts een vermoeden krijgen dat het om maligne histiocytose gaat. Om de diagnose met 100% zekerheid te kunnen stellen zullen er celletjes of stukjes weefsel uit de tumoren gehaald moeten worden om deze te laten onderzoeken door een patholoog (cytologie/histologie).

Behandeling

Zodra de diagnose maligne histiocytose gesteld is, is het belangrijk om twee dingen te evalueren. Waar zit de tumor en is er reeds sprake van uitzaaiingen naar andere plekken? Indien er namelijk sprake is van slechts één tumor die op een plek zit waar hij door middel van een operatie te verwijderen is (bijvoorbeeld onder de huid) èn er geen uitzaaiingen zijn gevonden in andere organen, kan met chirurgie het leven van de hond verlengd worden. Hier moet wel bij gezegd worden dat zich vrijwel altijd in een later stadium toch nieuwe tumoren voordoen.
In het verleden zijn er zowel in Nederland als in het buitenland al verschillende onderzoeken gedaan naar de werking van bestraling en chemotherapie bij maligne histiocytose, maar vooralsnog is hier geen adequate therapie uit gekomen. Ook lopen er momenteel nog steeds onderzoeken naar de erfelijke achtergrond van deze ziekte.

Medicijnen bij maligne histiocytose

De dierenarts kan wel bepaalde medicijnen voorschrijven die de levensduur kunnen verlengen en de levenskwaliteit kunnen verbeteren, maar helaas is maligne histiocytose nog steeds een ernstige ziekte met een snelle en fatale afloop.
Een mogelijke ontwikkeling betreft een nieuwe vorm chemotherapie, die op dit moment nog zeer duur is en nog een experimenteel karakter heeft.

maligne-histiocytose-berner-sennen

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.