Senioren hond

Niet alleen mensen maar ook honden kunnen last krijgen van allerlei veranderingen in hun lichaam als ze ouder worden.

Wat is oud?

In de loop van een hondenleven veroudert het lichaam, het is een soort slijtageproces. De snelheid van dit proces verschilt per hond en ras. Grote zware honden worden gemiddeld minder oud dan kleinere rassen. We praten over een senior als uw hond 75-80 procent van de verwachte levensduur bereikt heeft.

  • Hele grote rassen zijn met 8 jaar echt oud.
  • Grote rassen zijn met 10-11 jaar oud.
  • Middelgrote rassen kunnen wel 12-13 jaar worden.
  • Kleine rassen kunnen soms nog ouder dan 13 jaar worden.

Dit is een verwachting, niet iedere hond kan daaraan voldoen. De vergelijking van hondenjaren met 7 mensenjaren gaat soms, maar zeker niet altijd op.

Uiterlijk

Net als mensen kunnen dieren grijze haren krijgen, vooral rond de snuit. De vacht kan wat stugger worden. De ogen krijgen vaak een blauwgrijze waas en soms zien we wratjes ontstaan. Door minder beweging, heeft uw hond de neiging om dikker te worden. Ook slijten de nagels minder hard en als de hond door bijvoorbeeld gewrichtsproblemen anders gaat lopen, groeien ze soms scheef.

Gedragsveranderingen

Oudere honden kunnen zich anders gaan gedragen, ze leren minder snel. En het lijkt soms wel of ze dingen die ze ooit geleerd hebben vergeten zijn. Ze slapen langer en kunnen wat schrikkerig en verward wakker worden. Ze kunnen aanhankelijker worden en willen soms niet meer alleen blijven. Vaak wordt dit veroorzaakt door een lichamelijk probleem, zoals doofheid, slechter zien of het slechter functioneren van organen zoals de lever en nieren. Ook kunnen honden last krijgen van ouderdomsdementie.

Ouderdomsdementie

Door het minder goed functioneren van het lichaam kan ouderdomsdementie optreden.

Veranderingen bij de hond die we dan veel zien zijn:

  • Onzindelijkheid.
  • Verliezen van het besef van tijd, soms slaapt de hond overdag en is hij 's nachts actief.
  • Hij weet niet meer goed waar hij is. Hij loopt soms doelloos rond, weet de weg naar huis niet meer en herkent de eigen omgeving niet meer.
  • Het inschattingsvermogen; hij weet bijvoorbeeld niet meer hoe groot een ruimte is en wil ineens door een te kleine opening kruipen.
  • Verminderd bewustzijn.
  • Minder contact en interesse in medehuisdieren, kinderen en eigenaren.
  • Herkent het baasje niet meer.
  • Hij kan een karakterverandering krijgen, vaak onder invloed van angst. Hij schrikt sneller vooral bij onverwachtse benadering of aanrakingen.

Deze ouderdomsverschijnselen kunnen voor de hond vervelend zijn, maar ook voor de eigenaar. Speciale voeding of medicijnen kunnen dan een uitkomst bieden. Er is geen medicijn wat het verouderingsproces kan voorkomen, genezen of vertragen, maar wel die het functioneren kunnen verbeteren.

Hoe om te gaan met uw oudere hond?

  • Behandel uw hond als een pup en haal oude gehoorzaamheidsoefeningen uit de kast.
  • Zet de radio of televisie aan, als uw hond het niet meer prettig vindt om alleen te zijn.
  • Laat 's nachts een lampje branden zodat hij kan zien waar hij is.
  • Laat uw hond eens uit in een ander gebied, nieuwe geurtjes en indrukken kunnen stimulerend werken.
  • Maak oogcontact, spreek langzaam en duidelijk.
  • Maak gebruik van gebaren als u praat.
  • Benader uw hond rustig, raak hem aan, dat kan kalmerend werken.
  • Verander de huiselijke omgeving zo min mogelijk.
  • Houd de hond actief. Om zijn geheugen in conditie te houden kunt u spelletjes met hem doen.

 

senioren-hond

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.