Onze huistijgers beoordelen de smakelijkheid van voedsel aan de hand van verschillende aspecten. Wij vertellen je wat de inhoud van een voerbakje aantrekkelijk maakt voor katten en waar je op moet letten.
Reclames tonen kattenhouders graag het beeld van een fijnproever op vier pootjes. Het menu wordt kunstig op een schaaltje gepresenteerd met een plukje peterselie, dat kan toch geen kat weerstaan! Maar hebben onze huistijgers deze luxe echt nodig om warm te lopen voor een maaltijd?
Katten kiezen bewust hun lievelingsvoer uit.
Allereerst zijn katten per definitie geen ‘kijkdieren’. Bij de keuze van voedsel zijn vooral drie factoren van belang voor hen: smaak, geur en structuur. Het uiterlijk van droog- en natvoer is, vanwege hun beperkte waarneming van kleuren, dus onbelangrijk.
Als gespecialiseerde vleeseters hebben katten een grote behoefte aan eiwitten en bepaalde aminozuren. Hun circa vierhonderd smaakpapillen zijn erop gemaakt om zure en bittere voedselbestanddelen te proeven. Daardoor zijn ze instaat om voedsel met een hoog aminozuurgehalte te herkennen en bittere, potentieel giftige bestanddelen te vermijden. Maar pas op: dat laatste weerhoudt hen er niet van om bijvoorbeeld op een giftige kamerplant te knabbelen.
Meestal is hun nieuwsgierigheid sterker dan hun smaak!
Verschillende smaaktests hebben aangetoond dat katten duidelijk de voorkeur geven aan voedsel op vlees- of visbasis. Zogenaamd ‘gezond’ garnituur in de vorm van peterselie, basilicum of bieslook is dus pure marketingstrategie en bovendien helemaal niet geschikt voor katten: peterselie bevat de stof oxalaat, die in hoge concentraties tot vergiftigingsverschijnselen kan voeren, evenals de in bieslook aanwezige zwavelverbindingen.
In de loop van hun evolutie zijn katten hun vermogen verloren om zoet te proeven. Onderzoekers vermoeden dat voor pure vleeseters als katten het proeven van zoet gemist kan worden en de bijbehorende smaaksensoren zijn dan ook geleidelijk aan zo goed als verloren gegaan. Het is dan ook niet de zoete verleiding van een toefje slagroom die de kat lokt, maar het vetgehalte. Vetten zijn namelijk zeer effectieve aromadragers en verhogen bij veel katten de acceptatie van het voer.
Ruikt goed, dat wil ik! Katten volgen hun neus
De reukzin neemt bij katten een wezenlijke rol in de bij de keuze van voedsel. Men gaat ervan uit dat deze de smaak ondersteunt en aangeeft of het voedsel nog vers of al bedorven is. De gevoelige kattenneus reageert uiterst nauwkeurig op vieze of aanstootgevende geuren. Natvoer dat al een tijdje in het bakje ligt, is even vies als de citroengeur van het afwasmiddel dat wellicht nog te ruiken is. Daarom moet je voer- en waterbakjes altijd alleen met heet water reinigen en moeten voerresten op tijd weggehaald worden.
Is de reukzin beperkt, bijvoorbeeld door een luchtweginfectie, dan neemt de eetlust vaak af. Hetzelfde gebeurt bij oudere katten, waarvan de neus als eerste minder goed gaat werken. In zo’n geval kun je het voer een beetje opwarmen om de geur wat intensiever te maken. Maar overdrijven moet je daarbij niet: te warm voedsel wordt net zo gemeden als te koud voedsel. Onderzoeken hebben aangetoond dat katten het voer het best accepteren als het zo’n beetje hun eigen lichaamstemperatuur heeft.
Vorm en structuur zijn ook belangrijk
De structuur van het voer, of het gevoel dat katten krijgen bij het kauwen, is ook erg belangrijk. Heb je je wel eens afgevraagd waarom er zo ontzettend veel verschillende droogvoervormen zijn? Of waarom de natvoerstukjes soms vierhoekig en dan weer driehoekig of langgerekt zijn? Vorm en structuur spelen voor katten een veel grotere rol dan bijvoorbeeld honden. Zijn de droogvoerbrokjes te groot of is het natvoer te kleverig, dan houden katten het meestal voor gezien. Ook aan knapperigheid lijken huistijgers veel waarde te hechten. Misschien doet het knisperen van de brokjes hen denken aan het breken van muizenbotjes? Andere katten schrokken hun voedsel daarentegen naar binnen, zonder er uitgebreid op te kauwen. Ook hierin heeft elke kat zijn eigen voorkeuren. Het heeft dan ook zin om met verschillende voerstructuren te experimenteren om te ontdekken wat jouw kat het prettigst vind.
Waarom katten geen bal geven om uiterlijk
De optische indruk die een prooidier maakt, is voor jagers essentieel. Of dat wat in het voerbakje belandt felle kleuren heeft of niet, interesseert hen echter helemaal niets en is eerder zo gemaakt om de ogen van de baasjes te strelen. Zo menselijk aangelegd als de reclames ons willen doen geloven zijn katten echt niet. Voor hen is het niet doorslaggevend of het natvoer een gegarneerde lust voor het oog is. Veel belangrijker is dat het voedsel optimaal afgestemd is op hun behoeften en dat het goed smaakt.
Bron: Hart voor Dieren