Als de bel gaat, gaan veel honden helemaal uit hun dak. De allemansvriend bestormt het bezoek vol onstuimigheid.
Moet u ook altijd eerst uw hond snel in een andere ruimte zetten voordat u de deur kunt openen? En dat alles alleen maar omdat uw hond uw bezoek met zijn dreigende gedrag de stuipen op het lijf jaagt of juist haast omver springt omdat hij zo overdreven zijn blijdschap uit? En heeft u ook al van alles geprobeerd zonder enig succes? Misschien heeft u dan iets aan het volgende advies.
De bel wordt een steeds krachtiger signaal
Een bel betekent in eerste instantie helemaal niets voor een hond, daar is een leerproces voor nodig. Uw huisdier moet het verband tussen een bel en bezoek eerst gaan leggen. En dat kan pas nadat een hond een paar keer achter elkaar heeft ervaren dat na het gaan van de bel zijn baas actief wordt en de voordeur opent, waarna -meestal- de onbekende mensen binnenkomen.
Het actief worden van zijn baasje betekent voor de hond dat deze onrustig wordt. Blijkbaar heeft de bel een waarschuwend karakter. Dat er zomaar mensen binnenkomen betekent voor de ene viervoeter een andere emotie dan voor de andere, dat is afhankelijk van de levenservaring en het karakter. Maar vrijwel iedere hond is opgewonden: de allemansvriend omdat hij blij is dat er nog zo'n leuk mens bij komt, de argwanende hond omdat hij daar nu nèt helemaal niet op zat te wachten. Doordat het gedrag van de hond niet in gewenste banen wordt geleid door zijn baasjes, ontwikkelt hij ongewenst gedrag dat ook wel een 'voordeurbelcomplex' wordt genoemd. Het geluid van de bel is uiteindelijk zo fantastisch geconditioneerd dat we zouden wensen dat onze commando's net zo fabelachtig werden uitgevoerd. Wist u dat uw bel zo'n sterk geconditioneerd signaal is dat uw hond er zelfs op reageert als u zelf heel gewoon buiten staat en bij uw eigen huis aanbelt?
De allervriendelijkste platwalser
Voor de allemansvriend is het allemaal niet zo moeilijk om ander, door ons meer gewaardeerd gedrag aan te leren. Deze hond heeft in de loop van de tijd gewoon een slechte gewoonte ontwikkeld: hij racet naar de deurbel en staat daar luid blaffend en vrolijk kwispelstaartend klaar om de eerste de beste die binnen komt enthousiast welkom te heten. Dat dit resulteert in kapotte nylons en vuile kleding en dat lang niet iedereen zo dol is op honden, daarvan heeft zo'n hond natuurlijk geen enkel besef. Wat kunt u doen om dat uitbundige gedrag wat te beteugelen?
Ten eerste: leer uw hond de oefening 'zit' perfect te beheersen. Als beloning geeft u hem wat lekkers of een favoriet speeltje. Dat is de belangrijkste oefening. Daarna leert u hem 'zit' in de hal achter uw voordeur, op enige afstand van de voordeur. Weer krijgt hij als beloning lekkers of zijn speeltje. Dat lekkers haalt u uit een blikje of doosje dat speciaal voor dit doel altijd een duidelijk zichtbare plaats in uw halletje heeft. Ook het speeltje ligt op veilige hoogte zichtbaar klaar. Als dat goed gaat, laat u terwijl uw hond is aangelijnd (niet om hem te corrigeren, maar slechts om zijn 'normale' gedrag van op de deur af stormen te doorbreken) iemand op een afgesproken tijd alleen maar aanbellen. De persoon komt nog niet binnen! U brengt uw hond tot zit en geeft het lekkers of zijn speeltje. Zo leert uw dier dat de bel hem wel degelijk iets kan opbrengen, mits hij het gewenste gedrag (zitten) vertoont. Als hij blaft of springt, doet u niets! U kijkt de hond niet aan, zegt niets, geeft geen aandacht. U blijft gewoon als een paal stil staan. Het levert hem niets op! Deze oefening herhaalt u een aantal keren per dag gedurende een aantal dagen. Gedoe? Ja, honden opvoeden gaat niet vanzelf, zeker niet als er al een ongewenste gewoonte ingeslopen is. Als uw hond niet meer blaft als de bel gaat, maar netjes gaat zitten is het moment aangekomen dat het bezoek kan binnenkomen. Ook nu houdt u in het begin de hond aangelijnd. Het bezoek belt, de hond gaat zitten, het bezoek komt binnen en geeft vervolgens uw hond wat lekkers uit dat speciale trommeltje of zijn speeltje. Zo leert u uw doldrieste allemansvriend nieuw prettig gedrag aan, dat zowel hem, als u en uw gasten alleen maar iets prettigs oplevert.
De overattente waakhond
Hetzelfde scenario kunt u gebruiken voor de hond die helemaal niets opheeft met bezoek. Alleen is het voor hem veel moeilijker, want zijn gedrag wordt ingegeven door angst. En dat is een zeer stressvolle emotie. U zult deze hond tegelijk met het hierboven beschreven gedrag moeten leren dat mensen die binnenkomen niet zo heel eng zijn. Al die tijd houdt u de hond terwijl hij zit aan de lijn, om te voorkomen dat hij zijn normale gedrag van blaffen, aanstormen en dreigen zal laten zien. Het scheelt al een heel stuk als de binnenkomende visite de hond niet aankijkt, rustig iets lekkers uit het blikje haalt en dat gewoon achteloos op de grond laat vallen. Zo kan de argwanende hond worden geleerd dat bezoek op z'n minst ook betekent dat er iets lekkers te halen valt. Het klinkt heel makkelijk, dat lekkers laten vallen, maar niet iedere hond zal het oppakken. Dat komt omdat hij zo bol staat van de stress dat zijn hoofd helemaal niet naar lekkers staat, maar naar het verjagen van deze indringer. In dat geval kunt u de stress verminderen door het bezoek op een andere plek te ontmoeten, bijvoorbeeld buiten op straat. Omdat de hond daar minder fel is -het is immers niet zijn eigen territorium- is het makkelijker hem onder controle te houden. Ook buiten zegt het bezoek helemaal niets tegen de hond, maar gaat samen met u en de aangelijnde hond naar binnen, het bezoek voorop! In de hal aangekomen staan uw gasten klaar met het lekkers, u brengt de hond tot 'zit' en zij laten het lekkers op de grond vallen. (Later, als dit goed gaat, gaat het bezoek het lekkers aanbieden. Eerst heel terloops van opzij, zonder de hond aan te kijken of iets te zeggen, later normaal met uitgestrekte hand. Blijkt dit te moeilijk, dan volstaat het laten vallen van het lekkers).
Eenmaal binnen in de huiskamer gaat uw bezoek zitten, terwijl de hond aangelijnd controleerbaar blijft. U legt uw hond op zijn plaats. Dat is een plek waar hij de situatie goed kan overzien. Op zijn plaats krijgt hij iets lekkers (tenzij uw hond prooinijd heeft, want dan zou dit hem juist extra attent maken op de indringers). Zo leert de hond dat bezoek een prettige bijkomstigheid kan zijn, in plaats van een stressvolle bedreiging.
Gebruik de hulp van vast bezoek
Wanneer u regelmatig een bepaalde vriend(in) of buren over de vloer heeft, is het aan te bevelen de therapie nog verder uit te breiden naar contact in huis. Het is immers makkelijker iemand op visite te hebben waarmee de hond vertrouwd is. Wanneer het bezoek zit en de hond op zijn plaats ligt, kijkt het bezoek de hond niet aan. Pas wanneer er een tijdje wat gepraat is en de hond minder attent wordt, geeft u uw hond 'vrij'. Hij mag van zijn plaats af en indien hij dat wil zelfs voorzichtig snuffelen aan uw gasten. Uw bezoek praat op rustige toon tegen hem, laat wat lekkers vallen (of geeft het aan hem), maar kijkt hem niet aan. Uiteindelijk is het mogelijk de hond rustig over de borst (niet de nek!) te aaien. Zeg uw gasten niet over de hond heen te hangen, want dat vindt hij eng. Zo zal uw viervoeter leren dat dit regelmatig terugkerende bezoek af en toe bij zijn roedel hoort. Wanneer het bezoek uw hond dan ook nog af en toe mee uit neemt, zal het ijs uiteindelijk helemaal zijn gebroken. Dat doet u door eerst met uw hond aan de lijn en uw bezoek een ommetje te maken en halverwege het bezoek de lijn te laten overnemen. De volgende keer neemt uw bezoek een stukje dichter bij huis de lijn over en tenslotte neemt uw bezoek in huis de lijn van u over. Wanneer uw visite de volgende keer de hond meteen bij binnenkomst mee 'uit' neemt, zal de hond het als het mee zit zelfs heel leuk gaan vinden als uw vaste vriend(en) op bezoek komen.
LET OP: bij zeer terughoudende en argwanende honden is het verstandig hulp te vragen aan een ervaren trainer. Het goed inschatten van de lichaamstaal van de hond is dan namelijk echt noodzakelijk. En een stukje begeleiding geeft u een prettig steuntje in de rug.