De oudere hond

De senioren hond

Ouder worden komt met gebreken, en zo gaat dit ook bij onze honden. Waar mensen aan de bel trekken als ze last krijgen van 'kwaaltjes', laten honden helaas vaak een stuk slechter zien dat ze ergens last van hebben. Des te belangrijker is het om goed op subtiele veranderingen bij uw hond te letten.

Uw hond kan om meerdere redenen bij de dierenarts komen: de jaarlijkse gezondheidscontrole, vaccinatie, of omdat er problemen zijn. In alle gevallen wordt er goed gevraagd naar wat er opvalt en wat er mogelijk veranderd is. Een goed lichamelijk onderzoek bij de dierenarts kan al een goed beeld geven hoe het met uw hond gaat. Aan de hand van de informatie en het lichamelijk onderzoek zetten we indien nodig gericht verdere onderzoeken in. Soms zijn er geen klachten, en gebruiken we de onderzoeken als een screening om vroegtijdig afwijkingen op te sporen.

Hieronder leest u wat de meest voorkomende aandoeningen bij ouder wordende honden zijn.

Artrose

Veel oudere honden krijgen last van stramme gewrichten. Vaak zien we dat de hond moeilijk op gang komt en na lange wandelingen moeilijker uit zijn mand komt. Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen in de gewrichten langzaam aangetast wordt. Op röntgenfoto's kan artrose zichtbaar gemaakt worden, maar dit correleert niet altijd met de ernst van de klinische klachten. Artrose kan niet worden genezen, maar kan wel goed ondersteunend behandeld worden. Het belangrijkst is het in beweging houden van de hond. Zo wordt de aanmaak van gewrichtsvocht ('smering' van het gewricht) gestimuleerd. Vaak is hiervoor pijnstilling nodig. Fysiotherapie kan ook zeer nuttig zijn. Ondersteunend en effectief kunnen supplementen als omega-3 vetzuren en glucosamines zijn. Ook is er een speciaal voer beschikbaar waar reeds supplementen in verwerkt zijn.

Suikerziekte

Bij suikerziekte maakt uw hond te weinig insuline aan. Insuline zorgt voor de opname van suiker in de lichaamscellen. Bij suikerziekte wordt suiker dus niet opgenomen in de cellen, waardoor deze geen 'brandstof' hebben. Ook is er in het bloed een veel te grote hoeveelheid suiker. Dit teveel aan suiker wordt samen met vocht uitgeplast. De hond heeft meer honger, drinkt meer, eet meer en wordt mager. Op basis van de klachten en door middel van bloed- en urine onderzoek stellen we de diagnose. Honden met suikerziekte moeten injecties insuline krijgen. Daarnaast is een speciaal dieet belangrijk.

Lever- en nierproblemen

Nierproblemen komen geregeld voor bij oudere honden. De oorzaak van nierfalen kan in de nieren zelf liggen, maar ook problemen elders in het lichaam kunnen nierfalen geven door hun effect op de nieren. Daarom is urine- en bloedonderzoek erg belangrijk in de diagnose. Er zijn veel verschillende aandoeningen die kunnen leiden tot nierfalen. Bij honden met nierfalen zien we symptomen als veel drinken en plassen, braken, slechte eetlust en een doffe vacht.
Ook de lever kan bij de ouder wordende hond problemen geven. Symptomen die we zien zijn veel drinken, veel plassen, braken, diarree en gewichtsverlies. Bloedonderzoek en beeldvorming (röntgenfoto en/of echo) kunnen meer duidelijkheid geven over de aard van de klachten.

Hartproblemen

Bij veel kleine honden van middelbare leeftijd wordt bij een routineonderzoek voor het eerst een hartruis gevonden. In vrijwel alle gevallen wordt deze veroorzaakt door een lekkage van de kleppen tussen boezem en kamer van het linker hart. Vaak pas jaren nadat de hartruis voor het eerst is vastgesteld, ontwikkelt een deel van deze honden hartfalen en is behandeling nodig.

Het eerste symptoom bij hartfalen is meestal sneller moe zijn en hoesten. In een later stadium kan de hond vocht in de longen vasthouden (longoedeem) waardoor hij benauwd wordt. Als een hond deze klachten ontwikkelt, raden wij aan om een echo/foto te maken en als het hart afwijkend is te beginnen met hartmedicijnen.

Neurologische of evenwichtsklachten

Bij oudere honden kunnen klachten voorkomen die veel overeenkomsten hebben met de ziekte van Alzheimer bij de mens. Bij deze demente honden vallen vooral gedragsveranderingen op, en lijkt de hond in de war. Er is geen genezing mogelijk. Soms zien we dat honden minder klachten vertonen wanneer ze medicatie krijgen die de bloedsomloop verbeteren.

Ook zien we bij de geriatrische hond vaker een aandoening van het evenwichtsorgaan optreden, ook wel Geriatrisch Vestibulair Syndroom genoemd. De symptomen zijn onder andere een scheef hoofd, snelle oogbewegingen, evenwichtsproblemen en omvallen. De oorzaak is niet altijd bekend, en meestal verdwijnen de symptomen binnen 5 dagen. Wanneer een oorontsteking de onderliggende oorzaak is, dient deze behandeld te worden.
Sommige honden vertonen trillende achterpoten, ook wel seniele tremoren genoemd. We zien het vooral bij wat zwakkere honden, voornamelijk als de hond staat. Er is geen behandeling mogelijk.

Gebitsproblemen

Tanden en kiezen zijn plekken waar veel bacteriën op zitten. Tandvlees en onderliggende structuren (parodontium) kunnen reageren op bacteriën door ontstoken te raken. Ontsteking gaat gepaard met pijn. Honden met gebitsproblemen eten vaak gewoon door, waardoor het voor een eigenaar vaak lastig is om te ontdekken dat er een probleem is. Wat vaak wel opvalt is een stinkende adem. Tijdens een consult wordt gekeken naar het gebit. Vaak zijn er aanwijzingen dat er problemen zijn als het tandvlees rood of verdikt is, of als we aangetaste kronen zien. Vaak krijgen we door bij de wakkere hond in de bek te kijken al een redelijk idee van de omvang van de klachten. Aan de hand hiervan wordt dan een advies of behandelplan gegeven (bijvoorbeeld een gebitsreiniging en/of het verwijderen van tanden en kiezen).

Hypothyreoïdie

Hypothyreoïdie is een aandoening waarbij te weinig schildklierhormoon wordt geproduceerd, vaak veroorzaakt door een chronische milde ontsteking in de schildklier. Symptomen die hiermee gepaard gaan zijn onder andere een trage stofwisseling (slomer zijn en meer slapen), gewichtstoename, huidafwijkingen, maag-darmstoornissen en kreupel lopen. Door middel van bloedonderzoek kunnen we testen of het schildklierhormoon en het hormoon dat dit regelt veranderd zijn. Een te traag werkende schildklier is goed te behandelen door het toedienen van schildklierhormoon in tabletvorm.

Gezwellen en tumoren

Bij oudere honden is de kans groter dat er zich tumoren ontwikkelen. Soms zijn deze zichtbaar voor de eigenaar als ze zich bijvoorbeeld in de huid of in de melkklieren bevinden. Teefjes die meerdere loopsheden hebben doorgemaakt zijn gevoeliger om kwaadaardige tumoren te ontwikkelen in hun melkklieren. Niet alle tumoren zijn zichtbaar, zo kunnen er ook tumoren ontstaan in de bek, buik- of borstholte. Door goed in de bek te kijken, de buik door te voelen, naar hart en longen te luisteren en de hele hond na te voelen kunnen soms vroegtijdig bultjes ontdekt worden. In overleg kan, wanneer er iets ontdekt wordt celonderzoek en eventueel behandeling uitgevoerd worden.

Prostaatproblemen

Bij oudere reuen zien we regelmatig prostaatklachten. Als klachten vallen vaak urinewegproblemen, uitvloei uit de penis, bloed plassen, niet kunnen plassen of maagdarmproblemen zoals persen of obstipatie op. Meestal hebben we te maken met een goedaardige vergroting van de prostaat, met in sommige gevallen ook ontsteking. Door middel van hormonen is de aandoening (voor een bepaalde tijd) goed te behandelen. Voor een definitieve behandeling kan de hond gecastreerd worden. Tumoren van de prostaat komen veel minder vaak voor.

Baarmoederontsteking

Baarmoederontsteking of pyometra komt voor bij intacte teefjes (niet gesteriliseerd) onder invloed van progesteron (zwangerschapshormoon). Dit hormoon maakt de baarmoeder gevoeliger voor bacteriën. Het klierweefsel in de baarmoeder raakt geïnfecteerd en er wordt ontstekingsmateriaal geproduceerd. Er bestaat een open en een gesloten vorm. Symptomen zijn onder andere stinkende vaginale uitvloeiing slecht/niet willen eten, koorts, meer drinken, meer plassen en braken. Een pyometra treedt meestal een maand na de loopsheid op. De behandeling van baarmoederontsteking is bij voorkeur het verwijderen van de ontstoken baarmoeder en eierstokken.

De ziekte van Cushing

De ziekte van Cushing is een tumorziekte van de bijnier of de hypofyse  waarbij een te grote hoeveelheid cortisol in de bijnieren wordt geproduceerd. De verschijnselen zijn vergelijkbaar met het gebruik van hoge doses prednison. Honden met de ziekte van Cushing hebben een hongergevoel en drinken en plassen veel. In de buik wordt vet opgeslagen, en de vacht en huid worden dun. Vaak zijn deze honden ook sloom. De diagnose wordt gesteld door middel van bloed- en urine-onderzoek. De aandoening kan behandeld worden met medicijnen. Het al dan niet goed aanslaan van de medicatie hangt onder andere af van de ernst van de aandoening.

Staar

Bij staar wordt de lens troebel. Soms zorgt ouderdom voor de vertroebeling, maar ook bepaalde ziektes (zoals suikerziekte) kunnen  ervoor zorgen dat de lens troebel wordt. Staar wordt veroorzaakt door een verminderde zuurstofopname en daardoor een verhoogde wateropname van de lens. Dit veroorzaakt aanvankelijk een zwelling van de lens, met later  uitdroging van de lens. Vaak zien we dat de pupil niet meer mooi zwart is  maar grijs of zelfs wit. Een operatie is mogelijk, maar vaak ondervindt de  hond niet al te veel hinder van staar. Voor een eventuele operatie dienen andere aandoeningen uitgesloten te worden.

oudere-hond

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.