Hoe maken katten beslissingen?

Alle mensen die een kat hebben die ook buitenkomt, zullen dit waarschijnlijk herkennen: De kat zit op de drempel, zijn staartpunt zwiept heen en weer en hij komt niet naar binnen, maar gaat ook niet naar buiten. Wat gaat er toch in dat koppie om?

De kat die op de drempel van de voordeur zit; is hij bezig met een beslissingsproces, waarbij hij de voor- en nadelen tegen elkaar afweegt die het binnen blijven of naar buiten gaan met zich meebrengen? ‘’Maakt mij niet uit wat het wordt’’, zul jij misschien zeggen, als je in je pyjama op blote voeten in de koude deuropening staat om voor je besluiteloze viervoeter de deur open te houden en er regelmatig windvlagen met regendruppels op je gezicht landen, ‘’ maar doe het asjeblieft snel!’’
Na zo’n les heb je tenminste één ding geleerd: Kattenluikjes hebben bepaalde voordelen.

Het jachtgedrag heeft de kat geërfd

Veel dingen besluiten katten niet bewust. Wanneer de bloedsuikerspiegel van het dier begint te dalen en hij langzaam honger begint te krijgen, begint zich intern een bepaalde spanning op te bouwen. Er moet een buit gevangen worden, zodat aan deze toestand van gebrek aan voeding een einde komt. Deze spanning, die men heeft vastgesteld middels gedragsonderzoek, leidt tot een ongericht gedrag, ook wel hongergedrag genoemd. De kat slentert schijnbaar doelloos door de tuin. Als hij het trippelen van een muis op de grond hoort of een smakelijk dier voorbij ziet komen dat van hem wegrent, veroorzaakt dit een overgeërfde gecoördineerde handeling, oftewel een instinctieve handeling, het tot nu toe gebruikelijke begrip. De muis is de belangrijkste prikkel die het jachtgedrag triggert. Het gaat hierbij om een aangeboren trigger-mechanisme.
De kat kan dan ook niet anders dan gericht hongergedrag vertonen: loeren, besluipen, aanvallen en grijpen van de prooi, dit alles volgens een vast schema. Uiteindelijk volgt de laatste handeling: de muis wordt gedood en bij fikse honger ook meteen opgegeten. Is de honger niet zo groot, dan laat de kat zijn buit eerst liggen om later terug te keren, als de spanning van de jacht weer wat is afgenomen, en wat te spelen met de muis, voordat hij zijn slachtoffer uiteindelijk op een veilig plekje verscheurt.

Geleerd door ervaring: voorwaardelijk hongergedrag

Als je kat overigens heeft geleerd dat het, bijvoorbeeld bij ongunstige weersomstandigheden en ontluikende honger, eenvoudiger is om naar de buren te gaan en daar om voedsel te bedelen, dan noemt men dit voorwaardelijk hongergedrag. De kat kan dan niet tegemoetkomen aan zijn drang naar jagen, maar hij zit wel vol.

Ook binnen katten moeten kunnen jagen

Maar wat doen de verwende huistijgers, die hun maaltijden eenvoudigweg op geserveerd krijgen, zonder er een poot voor te moeten verzetten? Jagen zij dan helemaal niet? Als ervaren katteneigenaar weet je natuurlijk dat ze wel jagen. Of met het speelgoed dat jij ter beschikking hebt gesteld, of met de nietsvermoedende nachtvlinder die een verkeerde afslag heeft genomen en in je woonkamer is beland.

Spelen is voor de kat meer dan alleen maar bezig zijn

Zelfs kleine kittens testen op speelse wijze verschillende opeenvolgende handelingen die eigenlijk onderdeel uitmaken van het jachtgedrag, en dat zelfs zonder de aanwezigheid van een kattenmoeder om het hen te leren. Want ook kittens die opgroeien zonder moeder vertonen dit gedrag, al bijten ze voor de ‘laatste doodsbeet’ veel harder dan kittens die het van hun moeder hebben geleerd. Voor het welzijn van pure binnenkatten is de mogelijkheid tot het uitleven van deze handelingen uit het jachtgedrag erg belangrijk. Als ze onvoldoende mogelijkheden krijgen om dit natuurlijke gedrag zinvol te beleven, bijvoorbeeld door te jagen op een veer aan een hengel of het spelen met een andere vervanging voor de buit, leidt dit niet zelden tot ongewenst gedrag. Denk daarbij aan het aanvallen van de benen van mensen, alleen al omdat die beweging de kat uitnodigt om ‘toe te slaan.’
Spelen is voor katten veel meer dan een leuk tijdverdrijf. Katten zijn zo geprogrammeerd, dat ze de voor hen noodzakelijke gedragingen om te overleven ook daadwerkelijk moeten trainen. Ook al hebben ze dat gedrag eigenlijk niet meer nodig als er mensen zijn die voor hen zorgen.

Goede leerstof: Katten voeden ons op

Katten zijn echter geen marionetten die alleen maar geërfde gecoördineerde handelingen uitvoeren. Ze zijn zeer goed in staat om te leren. Ofwel door observatie, of door ervaringen die ze in hun leven opdoen. Wetenschappers hebben ontdekt dat katten met mensen veel vaker verbaal communiceren dan ze met soortgenootjes doen. Dit omdat ze blijkbaar geleerd hebben dat dit bij mensen veel sneller tot de gewenste resultaten leidt. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ze hebben geleerd hoe ze ons moeten opvoeden. Miauwen voor een gesloten deur: mens opent de deur. Miauwen bij een leeg voerbakje: mens komt en serveert voedsel. Miauwen voor een gevuld voerbakje: mens komt en serveert ander voedsel, tenminste, als de kat zijn mens heel goed heeft opgevoed.
Katten zijn dus over het algemeen zeker in staat om bewust beslissingen te maken, en zelfs om ons te manipuleren. En ze doen dit veel vaker dan wij toe willen geven. Let er maar eens op bij je eigen kat.

Bron: Hart voor Dieren september 2018

jagende-kat

Op alle (behandelings)overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene voorwaarden van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht onder nummer 22/2008.