Katten hebben een zeer beweeglijke staart. Zij gebruiken hun staart niet alleen als middel om in balans te blijven wanneer ze over een smal muurtje lopen, maar ook om snelheid te maken tijdens een sprong. Tegelijk is een kattenstaart een duidelijke graadmeter van de stemming waarin de kat verkeert.
De staart van een kat levert een belangrijke aandeel bij de communicatie van een kat tussen soortgenoten en mensen. Door naar zijn staart te kijken kunnen we zien, in combinatie met andere lichaamsuitdrukkingen en mimiek, hoe de kat zich voelt. Een hoge staart kan een teken van angst zijn, maar ook van begroeting, dat ligt gewoon aan de omstandigheden van dat moment.
Begroeting
Wanneer een kat heel doodleuk op eigen terrein een rondje maakt, houdt hij zijn staart losjes achter zich in het verlengde van zijn lichaam. Komt hij echter een bevriende kat of mens tegen dan gaat de staart omhoog in een soepele lijn, (tails-up) waarbij het puntje vaak een kleine knik laat zien. Jonge katjes komen in dezelfde houding aanrennen als zij hun moeder zien.
Komt de kat een vijandige kat tegen, dan kan hij kiezen: de confrontatie aangaan of vluchten. Tijdens een vlucht wordt de staart, die nu dik en opgezet is, in kromme houding opzij gedraaid. Kiest de kat voor verzet, dan ligt het aan zijn zelfvertrouwen hoe hij er op dat moment zal uitzien: een opgezette, stijf omhoog gehouden staart betekent een onzekere dreiging, terwijl een hard zwiepende staart het begin van de aanval betekent.
Opwinding
Katten die iets spannends waarnemen, bewegen hun staart vaak van links naar rechts. Naarmate de spanning toeneemt, wordt de beweging heviger en de zwaairuimte breder.
Wanneer een kat zich tijdens een confrontatie sterk voelt, worden de haren van de staart en de rug niet alleen maar opgezet, maar richten zich ook naar het midden van de rug. Hierdoor ontstaat een scherpe kam over de rug. Een kat die de leiding over het gevecht heeft, kan de staart in een scherpe bocht recht naar beneden steken. Vaak wordt bij deze houding een voorpoot omhoog gehouden.
Een bange kat neemt een defensieve houding aan door het lijf iets naar achteren te buigen. De haren op het lijf en de staart staan overeind. Wordt de kat nog banger, dan komen de haren nog meer rechtop te staan en wordt de opgezette staart over de rug gelegd. Het lichaam deinst volledig naar achteren. Iedere suggestie van overmoed wordt zorgvuldig uit de lichaamshouding geweerd. De geheel defensieve kat drukt zich zo dicht mogelijk tegen de grond, waarbij de staart laag tegen het lichaam drukt en de oren plat tegen de kop.
Evenwicht bewaren
Katten hebben een veel beter evenwichtsgevoel dan wij, waarbij hun staart op dezelfde manier dienst doet als de evenwichtsstok van een koorddanser. Loopt de kat over een smal muurtje of hek, en moet hij een bocht maken of zijn kop een andere kant opdraaien, dan wijkt zijn staart opzij en zorgt zo voor de noodzakelijke balans.
Wanneer een kat ergens op wil springen, dan bekijkt hij de afstand tot het object nauwkeurig. Vervolgens veert het lichaam iets terug, waarbij de kop in de richting van het te bespringen voorwerp blijft opgeheven. Wanneer het lichaam zich omhoog heft, blijven de achterpoten eerst op de grond. Dan volgt een krachtige beweging van de achterpoten, het lichaam strekt zich en de staart bevindt zich recht omhoog boven de rug. Op het moment dat de voorpoten landen, volgen de achterpoten vrijwel onmiddellijk doordat het achterlijf door een zwiep van de staart extra snelheid krijgt. Op dat moment is de staart een zeer effectieve energiebron.