We lucky one’s!
Als hondenbezetters zijn we de laatste weken toch maar mooi enorme bofkonten geweest. Even een wandelingetje na negenen naar de buurtjes voor een praatje, gewoon ’s avonds genieten van de prachtige binnenstad zonder mensen, slechts omringd door een wereld van mooie plaatjes.
Ik hou me gewoon aan de negen uur regel, mijn karakter kan dan ook goed met de avondklok omgaan. Maar zoals onze dochter zei, “we hadden met onze drie malle snuiters gewoon een honden verhuurbedrijf kunnen beginnen”.
Huisdieren hebben geslachtsorganen, denken aan sex en hebben de behoefte zich voort te planten.
De ene eigenaar kan enthousiast vertellen over een gecastreerde kater die elke avond zijn knuffel aan het dekken is voor het slapen gaan, de ander wikkelt een probleem in een vage mist.
Vorige maand las ik in de agenda bij een gemaakte afspraak: jeuk aan het fundament. Ik weet inmiddels dat als ik een woord niet ken ik het beste aan de achterkant kan gaan zoeken.
Ik kan wel zeggen dat opereren mij met de paplepel is ingegeven. Altijd als mijn ouders een hand tekort kwamen werd mij gevraagd te helpen. Mijn Franse woordjes werden overhoord tijdens voorste kruisband operaties. Met het eerste is het nooit wat geworden, maar met het tweede wel.
Wij hebben een probleem. Onze poes plast tegen de loungebanken van de buren.
Gelukkig zijn onze buren ook nog eens hele goede vrienden, maar toen de buurman de praktijk binnen kwam lopen en in bijzijn van een volle wachtkamer verkondigde ‘Wie schiet dat beest af! Jij of ik?’, waren de kreten van verontwaardiging niet van de lucht! Ik ken mijn pappenheimer dus wist dat het een grap was, maar natuurlijk met een ondertoon.
Ik ben gek op portretjes van dieren. In onze woonkamer hebben we een collectie met schilderijen, waar ergens op het doek een dier een rol speelt. Er zitten mooie 17e eeuwse tafereeltjes bij met greyhounds in een woest landschap, maar ook een schilderij met een bijbels tafereel, waar Hagar en Ismaël worden weggestuurd met een opgewonden keffertje in de bijrol.
Je hoort het steeds vaker; mensen met angststoornissen, pleinvrees of andere psychische klachten, die een therapie hond nemen. Vroeger zou ik daar licht sceptisch over zijn geweest maar ik begrijp ook de helende en troostende werking van een huisdier. Onze Joep bijvoorbeeld, voelt feilloos aan of je een beetje liefde nodig hebt. Als ik niet zo lekker in mijn vel zit is hij de eerste die even naast me op de bank springt, me onderzoekend aankijkt en zich dan rustig naast me neervlijt. Alsof hij wil zeggen; “je bent niet alleen”.
In de ideale wereld liggen huisdieren, volgens mijn partner, in manden. Legio slaapmogelijkheden hebben de revue al gepasseerd, van riet en pvc tot iglo's en zelfs ministoeltjes. Elke mand heeft zijn voor- en nadelen. Zelf vind ik vooral dat manden en kussens ontzettend snel gaan ruiken en lastig in een wasmachine passen.
Vroeger was alles beester
Soms zijn er van die beestenproblemen waarvan je niet weet wat je er mee moet.
Wij hebben er op dit moment twee.
Het is altijd leuk om te horen dat gezelschapsdieren, buiten hun gezelschapsfunctie, nog een bijbaan hebben.
Ik heb vele winkel- en cafékatten onder behandeling. Ooit gekomen vanwege een muizenprobleem, hebben ze hun plek tussen personeel en klanten gevonden. Ze hebben het niet slecht. Er is altijd wel iemand in de buurt om aandacht en wellicht een stukje worst van te krijgen. Muizen vangen doen ze fanatieker dan de professionele ongediertebestrijders en tegelijkertijd zijn ze een gewillig oor voor de vroege kroegbezoeker. Kortom, ideale werknemers.