Met urineonderzoek kunnen we een aantal aandoeningen bij een dier vaststellen, zoals een blaasontsteking, blaasgruis, een verminderde nierfunctie en bepaalde stofwisselingsziekten.
Hoe werkt het?
- Eerst bepalen we met een refractometer het soortelijk gewicht (S.G.) van de urine. Dit duurt slechts enkele seconden. We weten dan of de urine erg geconcentreerd of juist erg waterig is. En dat zegt weer iets over de hoeveelheid vocht die een dier drinkt en hoeveel hij plast.
- De urine kan vervolgens onderzocht worden in de 'urine analyzer'. Dit apparaat meet binnen 70 seconden nauwkeurig tekenen van een ontsteking, bloed, eiwitten, glucose en de zuurtegraad van de urine.
- We kunnen een sediment van de urine maken. Een sediment is het zwaardere deel van de urine dat uitzakt naar de bodem tijdens het centrifugeren. Het sediment bevat cellen en kristallen die we onder de microscoop bekijken. Zo kunnen we aandoeningen als blaasgruis of een infectie van blaas of nieren vaststellen.
- Zo nodig zetten we de urine op kweek. Dit kan alleen als de urine steriel is afgenomen, zodat er geen bacteriën bij kunnen komen. Dit gebeurt op de kliniek, via een punctie uit de blaas. Het is belangrijk dat de urine zo vers mogelijk wordt onderzocht.
Urine opvangen
- Klik hier voor tips over het opvangen van urine bij katten.
- Bij de hond kunt u de urine opvangen in een bakje of met een soeplepel.
Urinemonster inleveren
U kunt het urinemonster tijdens openingsuren aan de balie afgeven, bij voorkeur voor 15.00 uur zodat we de urine nog dezelfde dag na kunnen kijken.
Afbeelding
Vervolgonderzoek
Soms adviseren wij naar aanleiding van het urineonderzoek om een bloedonderzoek te doen.