Sterilisatie van de teef
In de volksmond wordt vaak gesproken over een sterilisatie bij de teef, maar feitelijk gaat het om een castratie. De eierstokken van de teef worden verwijderd (ovariëctomie). De baarmoeder blijft zitten, tenzij deze afwijkend is. Bij een sterilisatie zouden de eierstokken alleen onderbonden worden, de hormoonproductie blijft intact en daarbij blijven alle bijwerkingen van de hormonen aanwezig.
Omdat de term zo veel gebruikt wordt, hebben we het hieronder verder ook over sterilisatie.
Voordelen van sterilisatie
De loopsheid voorkomen door middel van een sterilisatie geeft een aantal voordelen:
- Na de operatie kan uw teef niet meer drachtig worden en ze zal ze niet meer loops worden.
- Er is geen kans meer op baarmoederontstekingen (endometritis/pyometra). Na iedere loopsheid is de baarmoeder tijdelijk extra kwetsbaar voor ontstekingen, wat kan leiden tot een pyometra (baarmoederontsteking). Baarmoederontstekingen kunnen zeer acuut optreden en leiden tot ernstig zieke honden, soms zelfs levensbedreigend. Vaak is een spoedoperatie noodzakelijk.
- De kans op melkkliertumoren vermindert. Dit voordeel geldt met name als de sterilisatie voor de eerste loopsheid plaatsvindt. Als de sterilisatie na de eerste loopsheid wordt gedaan is het risico groter. En het risico blijft groot als de sterilisatie plaatsvindt na meerdere loopsheden.
- Verder is er een veel kleinere kans op het ontstaan van suikerziekte veroorzaakt door vrouwelijke hormonen.
Nadelen van sterilisatie
Er zijn ook nadelen aan de sterilisatie:
- Het is onomkeerbaar, dus u kunt niet alsnog kiezen voor een nestje.
- Door de sterilisatie is er een groter risico op urine-incontinentie. Honden van grotere rassen en/of met gecoupeerde staarten hebben hier een grotere kans op. Deze kwaal kan met medicijnen vaak goed behandeld worden. Het risico op urine-incontinentie is groter als de sterilisatie voor de eerste loopsheid wordt gedaan, en kleiner als het na de eerste loopsheid wordt gedaan.
- Het lichaamsgewicht kan wat toenemen na de sterilisatie, met name als u de hond na de sterilisatie hetzelfde blijft voeren als ervoor. Door de sterilisatie verandert het metabolisme van uw hond, ze heeft minder energie nodig. Ze moet dus ook minder energie te eten krijgen, anders kan ze erg makkelijk aankomen in gewicht.
- Soms verandert het karakter van de hond: ze kan slomer of juist alerter worden. Bij dominante teven kan de dominantie veel erger worden na de sterilisatie, soms zo erg dat de teef niet meer met andere honden overweg kan. Dominantie van de teef vóór de sterilisatie kan een reden zijn om niet te steriliseren.
- Bij sommige honden is er een grote kans op vachtveranderingen na de sterilisatie. Dit is met name bij langharige rassen.
- Sterilisatie is een operatie onder algehele narcose. Elke operatie brengt een zeker risico met zich mee, al is dit bij de huidige anesthesiemiddelen heel klein.
Het beste moment voor sterilisatie
Het beste moment voor de sterilisatie is na de eerste loopsheid. Kiest u ervoor om uw hond voor de eerste loopsheid te steriliseren? Dan kan dat vanaf 6 maanden. De kans dat ze dan al loops is, is vrij klein. Bij een sterilisatie na de eerste of een volgende loopsheid of als uw hond vroeger loops is geworden dan u dacht, kunt u uw hond het beste 2 tot 3 maanden na het einde van de loopsheid laten steriliseren. De baarmoeder is dan het rustigst en het minst doorbloed.
U kunt natuurlijk altijd met ons overleggen als u nog twijfelt wat het beste is voor uw hond.
Hoe gaat het in zijn werk?
Voor de sterilisatie maakt u (telefonisch) een afspraak. Op de afgesproken dag brengt u uw hond tussen 8.15 en 10.00 uur bij ons en kunt u haar ‘s middags weer ophalen. Uw hond moet nuchter zijn: u mag haar de avond voor de operatie vanaf 18.00 uur geen eten meer geven. Drinken mag wel. Ook is het belangrijk dat u uw hond goed uitlaat voordat u haar komt brengen.
Als de patiënt thuiskomt, zal zij nog niet helemaal “de oude” zijn. De dag na de operatie moet zij weer wat eten en drinken. Het beste kunt u haar eigen voer geven. Zij moet een week aan de riem blijven en rustig aan doen. Voor de eerste dagen krijgt zij pijnstillers mee. Meestal wordt de huid gehecht met oplosbaar hechtmateriaal. Het kan zes tot acht weken duren voordat het hechtmateriaal helemaal opgelost is. Tot die tijd is enige wondzwelling mogelijk.
Uw hond zal een infuus in haar voorpoot krijgen waarvoor we een klein stukje haren wegscheren. Zij zal waarschijnlijk meer moeten plassen dan normaal door dit infuus.
Wanneer terugkomen?
Terugkomen is alleen nodig als u het op enige wijze niet vertrouwt. Dit kan zijn als uw hond erg sloom blijft, niet wil eten of drinken. In alle gevallen geldt: Neem bij twijfel contact met ons op!!