Eigenlijk is het voor veel eigenaren van honden best lastig als hun teef loops wordt. Bij de meeste rassen vindt dit twee keer per jaar plaats. De teef verliest dan bloed en raakt erg geïnteresseerd in reuen. Wat houdt de loopsheid precies in?
Wanneer is de eisprong?
Bij de vrouwelijke hond noemt men de periode tussen de geboorte en de eerste loopsheid de pre-puberteit. De lengte van deze periode is 6 tot 24 maanden. Daarna worden ze geslachtsrijp en kan de loopsheid optreden. Dit begint eerst met een periode van seksuele activiteit (pro-oestrus). De gemiddelde duur hiervan is 9 dagen. De eerste dag van de loopsheid is de eerste dag dat er een bloederig-waterige uitvloeiing uit de vagina optreedt. De teef accepteert dan nog geen reu in de buurt. Op het moment dat de teef bereid is om gedekt te worden, zo rond de 10e dag na het begin van de loopsheid, spreken we van oestrus en treedt de eisprong op. De gemiddelde duur van de oestrus is 9 dagen.
Na de loopsheid gaat de hond een rustperiode in van 2 à 3 maanden (metoestrus), gevolgd door een diepe rustperiode voor de eierstokken (anoestrus). Deze periode duurt ongeveer 3 à 4 maanden.
Bloeden wordt minder
Tijdens de loopsheid raken reuen erg geïnteresseerd in de teef. Ze worden soms op grote afstanden aangetrokken. Vaak worden teven daardoor wat minder uitgelaten, het is niet verstandig ze los te laten lopen want voor je het weet nemen ze de benen. En dan komt het moment dat de bloeding wat minder wordt. Veel eigenaren zijn opgelucht en denken dan dat het allemaal al weer bijna over is. De teef mag weer los en…. wordt gedekt.
Wanneer het beste laten dekken?
Het verminderen van de bloeding of het wat wateriger worden van de bloeding zijn geen tekenen dat de loopsheid over is, het zijn juist verschijnselen die aangeven dat dit het moment is waarop de teef het beste gedekt kan worden. Het is juist dan zaak om de teef vast te houden en weg te houden van reuen. Pas nadat het bloed weer donkerder van kleur is geworden en pas daarna echt is gestopt is de loopsheid over en kan de teef niet meer drachtig worden.