De eekhoorn heeft zijn wetenschappelijke naam te danken aan zijn lange, borstelige staart. Dit betekent 'schaduwstaart' die deze dieren zomers gebruiken om te schuilen voor de felle zon. Ook dient de staart als evenwichtsorgaan bij het klimmen en springen van tak naar tak. De staart is ook een heerlijke deken tijdens het slapen.
Eekhoorns hebben een goed geheugen en sterk reukorgaan. In de herfst verzamelen eekhoorns hun voedselvoorraad voor de winter. Alle noten en zaden worden verzameld en begraven in de grond, netjes gesorteerd op voedselsoort. In de winter graven ze hun eten op, de noten en zaden die ze vergeten zijn groeien uit tot planten of bomen. Zo dragen ze ook bij aan de vernieuwing van het bos.
Eekhoorns zijn omnivoren, naast bessen en paddenstoelen eten ze ook slakken, wormen, eieren en zelfs jonge vogels.
Eekhoorns komen voor in een roodharig en donkere variant.
Eekhoorns kunnen 10 keer de lengte van hun eigen lichaam springen en rennen tot 25 km per uur. De eekhoorn is 20 tot 28 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is 15 tot 20 centimeter lang.
In de winter slapen eekhoorns ongeveer 20 uur per dag en besteden ze 1-2 uur aan het verzamelen van voedsel.