De feiten en de fabeltjes
In de VS zijn ze enorm trendy, maar bij ons genieten de designer dogs inmiddels een grote populariteit. De verwachtingen zijn hoog. Maar kunnen ze die ook allemaal waarmaken?
De bekendste designer dogs:
- Labradoodle = Labrador X Poedel
- Goldendoodle = Golden Retriever X Poedel
- Shepadoodle = Duitse Herder X Poedel
- Cockapoo = Amerikaanse Cocker Spaniel X Poedel
- Maltipoo = Maltezer X Poedel
- Aussiedoodle = Australian Sheperd X Poedel
- Schnoodle = Schnauzer X Poedel
- Puggle = Mopshond X Beagle
- Chiweenie = Chihuahua X Teckel
- Buggle = Engelse Bulldog X Beagle
- Doxiepoo = Poedel X Teckel
- Yorkiepoo = Yorkshire Terrier X Poedel
- Westiepoo = West Highland White Terrier X Poedel
Cockapoo
Men neme een brave, niet verharende, leergierige Poedel en laat hem paren met een charmante, pittige Cocker Spaniel. Het resultaat? Cockapoos: middelgrote, intelligente, aanhankelijke honden, die ook goed passen bij mensen met een hondenhaarallergie. Misschien. Misschien ook niet.
Want ondanks alle inmiddels mogelijke gen-analyses kunnen we nog altijd niet zo precies in het erfgoed ingrijpen dat exact de gewenste eigenschappen – zowel uiterlijk als innerlijk – van beide ouderdieren worden doorgegeven aan de nakomelingen. Maar dat willen de fokkers van designer dogs wel: een hond creëren die tegemoet komt aan alle eisen van ons moderne tijdperk.
Designer dogs zijn er altijd al geweest
Zo nieuw is deze wens niet. Al in de zeventiende eeuw kruisten jagers, arbeiders, schapenhouders en de adellijke stand verschillende rassen om het ras van hun wensen te verkrijgen. Zonder kennis van erfelijkheidsleer, lukraak en steeds met de nakomelingen van de paringen die het dichtst in de buurt kwamen bij de absolute droomhond. In de loop der eeuwen ontstonden zo veel van onze huidige rashonden. Net zoveel nieuwe rassen waren echter geen succes en zetten niet door. De eerste die echt een hond ‘ontwierp’ was waarschijnlijk baron Max Emil Friedrich van Stephanitz, aan het einde van de negentiende eeuw. Als jonge adjudant bewonderde hij de werkende honden van de schaapherders die meteen op de kleinste tekens reageerden. Hij wilde een universeel inzetbare gebruikshond creëren. En dat deed hij ook: de Duitse Herder was met grote waarschijnlijkheid de eerste designer dog.
Puggle
De perfecte hond?
Daarna volgden er meerdere pogingen om de ideale hond te verkrijgen: nu niet meer als werkhond, want daarvan waren er al genoeg rassen, maar voor in het gezin en in de stad. Een trouwe, waakzame begeleider was het doel. De Eurasiër, ontstaan uit duizenden generaties van Wolfsspitsen, Chow-Chows, Samojeden en hun nakomelingen, is tegenwoordig een erkend ras. De Elo, met als basis de Eurasiër, Bobtail en Chow-Chow, is dit (nog) niet, maar vindt steeds meer liefhebbers als gezins- en gezelschapshond. Na zo’n dertig jaar fokken is het ras qua uiterlijk en karakter inmiddels stabiel genoeg om paring met rasgenoten mogelijk te maken.
Dat kunnen we niet zeggen van de designer dogs. Ze zijn in feite kruisingen, waarvan de karakters en het uiterlijk niet goed kunnen worden voorspeld. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er onder hen geen betoverde schoonheden voorkomen met grote intelligentie en een zeer trouw karakter. Designer dogs zijn zoals alle kruisingen, verassingseitjes. In veel van hen schuilt een absolute jackpot, in andere steken de problemen van de ouderdieren de kop op – op zowel het vlak van gezondheid als het karakter.
Doorgefokte rassen
De designer dogs hebben ook hun voordelen. Zo hebben de populaire Puggles en de Retromops (Mopshond X Jack Russel) niet meer de extreem korte neus van de Mops en kunnen ze makkelijker ademen. Designer dogs zouden dus misschien kunnen helpen om doorgefokte rassen te helpen ontdoen van hun gezondheidsproblemen.
Dit gebeurt echter helaas niet. Ze blijven een kruising van twee rassen. Ze zijn dus (nog) niet ver genoeg gevorderd in het fokproces om positieve eigenschappen te versterken en negatieve eigenschappen te verminderen.
Bron: Hart voor dieren augustus 2016
Miniatuur goldendoodle
Maltipoo