Wanneer papegaai- en parkietachtigen in huis worden gehouden, is het aan te raden ze regelmatig te (laten) kortwieken. Kortwieken voorkomt niet geheel het vliegen van de vogel. Kortwieken houdt in het inkorten van de vleugels zodat ze niet meer onstuimig door het huis kunnen vliegen. Hij kan nog wel goed landen als hij van de tafel springt, maar zal niet makkelijk weg kunnen vliegen.
Leewieken
Vroeger werden vogels ook wel geleewiekt.
Bij het leewieken wordt het gehele vleugelkootje eraf gehaald. Dit betekent dat de vleugel definitief verminkt wordt en de vogel nooit meer zal kunnen vliegen. Leewieken is sinds 1-9-2001 dan ook officieel verboden.
Voordelen van kortwieken
Sommige mensen vinden het kortwieken van de vleugels zielig. Toch zijn er een hoop voordelen te noemen:
- Minder kans om uit een open raam of deur vliegen.
- Minder kans om zich minder snel te beschadigen door tegen ramen aan te vliegen.
- Minder kans om per ongeluk op het gasfornuis of in een pan kokend water vallen.
Een bijkomend voordeel is dat de vogel meestal een stuk makkelijker tam te maken is. Zeker dominante of bijterige vogels die weg kunnen vliegen als je ze wilt pakken hebben op die manier de touwtjes in handen. Wanneer ze niet meer zomaar kunnen wegvliegen leren ze vertrouwen te krijgen in hun baasje.
Nadelen van kortwieken
Nadelen van kortwieken zijn er ook. Zo is het goed opletten dat de vogel in evenwicht blijft, en dat er aan de linker- en rechtervleugel precies evenveel wordt weggehaald. De vleugels moeten niet te kort geknipt worden, anders kan een vogel bij een val/sprong niet rustig landen. Een risico is dat er bij het knippen een zachte blauwe buispen geraakt wordt. Deze pennen bevatten nog bloed. Er kunnen bloedingen ontstaan die lastig te stoppen zijn.
Soms brengen we een vogel tijdelijk even in slaap door middel van gasnarcose. Deze narcose werkt snel en is ook snel weer uitgewerkt. Zo kunnen we rustig en goed de veren van de vleugels inkorten.
Hoe knippen
De belangrijkste aandachtspunten voor het kortwieken zijn:
- Zorg ervoor dat de vogel goed vastgehouden wordt en dat de vleugel op de juiste wijze gespreid wordt.
- Controleer voorafgaand aan het kortwieken op de aanwezigheid van bloedpennen.
- Kortwiek beide vleugels en doe dit zo symmetrisch mogelijk.
- Kortwiek uitsluitend de slagpennen en nooit de broekpennen.
- Zorg voor steun voor nieuw ontwikkelende pennen door de naastgelegen pennen te behouden.
- Verwijder zo min mogelijk pennen als mogelijk.
Er zijn meerdere manieren om de slagpennen te knippen
-
Methode 1: De slagpennen worden in een boogvormig of taps toelopend patroon geknipt, waarbij de meest buitenste pennen worden ingekort tot vlak onder de dekveren, en de meer naar binnen gelegen pennen telkens wat langer gelaten worden. Deze methode is effectief en geeft cosmetisch vaak een mooi resultaat, terwijl ook de nieuw aangroeiende pennen goed beschermd worden.
-
Methode 2: De eerste 5-8 slagpennen worden afgeknipt op een hoogte waarbij ze 5-25 mm onder de dekveren uitsteken. Omdat met name de (buitenste) slagpennen verantwoordelijk zijn voor de stuwkracht en opstijgen, wordt hiermee het omhoog vliegen effectief voorkomen, terwijl het afdalen (waarvoor met name de broekpennen van belang zijn) wel goed mogelijk blijft. Cosmetisch geeft deze methode echter een minder mooi resultaat dan methode 1.
- Methode 3: Bij deze methode blijven we van de buitenste 2-3 pennen af en worden de meer naar binnen gelegen 5-8 slagpennen afgeknipt. De hoogte waarop de veren worden afgeknipt varieert daarbij van zeer kort tot wat langer. Deze methode wordt door velen als cosmetisch mooier beschouwd omdat de veren van de vleugel een normale lengte lijken te hebben wanneer de vleugel opgevouwen tegen het lichaam aanligt. Daarnaast bestaat ook minder risico dat de vogel aan de uiteinden gaat bijten doordat de pennen niet zichtbaar zijn en minder irritatie geven doordat ze korter zijn en worden afgeschermd door de overliggende dekveren. Gelijktijdig kent deze methode ook een aantal nadelen: het is niet altijd genoeg om het vliegvermogen te beperken, zwaardere vogels vallen eerder, de buitenste pennen beschadigen sneller en in de rui zijn de nieuwe bloedpennen kwetsbaarder.
U kunt thuis de vleugels van uw vogel knippen, of het door uw dierenarts laten doen. Uw dierenarts doet het in één keer. Wanneer u het thuis wilt proberen, kan het verstandig zijn het in meerdere keren te doen, om zo uw vogel te laten wennen aan zijn 'nieuwe' vleugels. Ze wennen namelijk snel aan hun ingekorte vleugels, waarbij ze snel weer kunnen vliegen. Zo kunt u uitvinden hoeveel veren er precies bij uw vogels ingekort moeten worden.
Hoe vaak moet er geknipt worden?
Het afknippen van veren betekent niet dat de vogel voor altijd afgeknipte veren zal houden. Zodra de vogel gaat ruien (bij een volwassen vogel 1 à 2x per jaar) zullen de afgeknipte veren uitvallen en zullen nieuwe veren terugkomen. Het kortwieken dient daarom regelmatig herhaald te worden, ongeveer 1-4 keer per jaar.
Evaluatie van het kortwieken
Na het kortwieken kunnen we de vogel op een tafel zetten en stimuleren om weg te vliegen, om zo te controleren hoeveel draagvermogen de vleugels hebben. Ook is het belangrijk om te controleren dat de vogel toch niet voldoende kracht heeft om nog op te stijgen.
Het is handig om te noteren hoeveel slagpennen, en op welke manier deze ingekort zijn, en wat het resultaat was van de kortwiekbeurt.
Bron: Ip digital; Het effect van foutief kortwieken bij papegaaien
Copyright: Yvonne van Zeeland / Nico Schoemaker, Afdeling Vogels & Bijzondere Dieren, Faculteit Diergeneeskunde, Utrecht